maandag 20 april 2015

tot slot: reactie op ontvangen feedback

Vanavond is het zover: de Challenge Day! In afwachting van de avond, wil ik alvast reageren op de vragen die ik van mijn medestudenten heb mogen ontvangen m.b.t. ons scenario en mijn rol.

1. Hoe komt het begrip duurzaamheid tot uiting in het gekozen sceanario?
Deze vraag is mij gesteld omdat ik in eerste instantie de trend duurzaamheid heb uitgewerkt. Wij wilden in de beginfase de trends zo breed mogelijk uitwerken om een gedegen keuze te kunnen maken. Wij hebben ervoor gekozen de trend duurzaamheid niet als zodanig mee te nemen in ons scenario. Wel is in de visualisatie zichtbaar dat natuur een belangrijke rol speelt in ons flexibel leercentrum, het is een groene omgeving geworden.

2. Hoe kunnen werkgevers checken of een werknemer aan de criteria voor het werk voldoet?
Dit kan via het digitale portfolio, wat altijd actueel is.

3.Hoe ziet jouw rol in de verdere ontwikkeling van het toekomstscenario eruit binnen jouw onderwijsinstelling?
Binnen mijn opleiding probeer ik een voorbeeld te blijven voor collega's in de toepassing van digitale werkvormen. Via werkvormen als flip the classroom probeer ik docenten mee te nemen in een meer gedifferentieerde lesaanpak.

zondag 19 april 2015

Ontvangen feedback van Margreet Verkuijl

                                                                                           
Feedback van Margreet Verkuil aan Gertie Vereijken


P.I.
Tip
Top
Blik naar buiten
Bijv. participeren in innovatietrajecten en betrekken relevante externen etc.
Je bent naar Ixperium in Arnhem geweest. Ik ben benieuwd met wie je/jullie nog meer gesproken hebben over je scenario, omdat ik dit niet uit jouw blog of het blog van je leerteam heb kunnen halen.
Je gebruikt bronnen van verschillende kanten en deze gebruik je heel duidelijk en onderbouwd in de beschrijving van je scenario. Prima.
Oog voor praktijk
Bijv. consequenties ontwikkelingen voor praktijk/ vertaling visie / ondersteuning collega’s/ realiteitszin etc.
Ik vind het jammer dat het thema duurzaamheid, wat je zo helder naar voren bracht bij Quest 1, in het toekomstscenario niet aan de orde komt. Dit thema lijkt mij in de toekomst van groot belang.
Voor wat betreft de zorg om het voortbestaan van hogescholen, denk ik dat voor het maken van online lesmaterialen instituten nodig zullen zijn om dit materiaal gekwalificeerd te kunnen leveren.
Je legt een duidelijke relatie tussen je eigen onderwijsinstelling en de ontwikkelingen in het veld en de literatuur. De kansen en bedreigingen zijn duidelijk verwoord.
De nieuwe visie op onderwijs die nodig is en de aandacht voor de ICT-vaardigheden van docenten. Maar ook dat de overheid vastzit aan de accreditaties. Zij zullen ook mee moeten werken met de vernieuwingen.



Over de grens
Bijv. creativiteit in vormgeving, creativiteit in inhoud, denken buiten de kaders.
In je SWOT noem je de samenwerkingsverbanden waarvan nog meer gebruik gemaakt kan worden. Ik vraag me af hoe dit vormgegeven gaat worden. Wie is hier leidend in. De coach of de lerende?
Het toekomstfilmpje laat veel digitale mogelijkheden zien die in de toekomst gebruikt gaan worden. Grappig is dan dat de geïnterviewde kinderen ervoor kiezen om in het bos hun rekenkennis te gaan verdiepen. Ik zou dit een voorbeeld van plaatsonafhankelijk leren noemen.
Het filmpje van jullie toekomstscenario vind ik erg futuristisch en creatief vormgegeven. In het scenario wordt als aanvulling daarop de gepersonaliseerde leerroute, het afschaffen van diploma’s en het door de overheid beveiligde werken in de cloud genoemd.

Vraag/vragen t.b.v. de dialoog:

- Hoe  komt het begrip duurzaamheid tot uiting in het toekomstscenario.


- Op welke wijze kunnen werkgevers checken of een werknemer aan de criteria voor het werk voldoet?

Ontvangen feedback van Alex Koks


      PeerFeedbackKaart
              Individueel

                    
 
                                                                                                               
Feedback van­­­­­­­­­­­­ Alex Koks aan Gertie Vereijken 



P.I.
Tip
Top
Blik naar buiten
Bijv. participeren in innovatietrajecten en betrekken relevante externen etc.
-      Je zou nou een bepaalde expert kunnen laten reageren op jullie scenario of eindproduct. Misschien dat jullie dit laten doen op de Challenge day?
-      Je zou met je eigen team in gesprek kunnen gaan over het toekomstscenario en kunnen kijken welke kansen er liggen om het scenario echt tot uiting te laten komen.
-      Je bent bij het I-Experium geweest en hebt je ervaringen op je blog beschrijven.
-      Je hebt kort gekeken of en hoe jouw onderwijsinstelling al klaar is voor het toekomstscenario.
Oog voor praktijk
Bijv. consequenties ontwikkelingen voor praktijk/ vertaling visie / ondersteuning collega’s/ realiteitszin etc.
-      Iemand van jouw onderwijsinstelling zou op je blog feedback kunnen geven op je SWOT>
-      Je beschrijft nog niet duidelijk op je eigen blog wat jouw rol zou kunnen zijn in die nieuwe ontwikkelingen op Avans als MLI’er.
In je gehele persoonlijke verhaal op je blog merk ik vaak dat je goede koppelingen legt met je eigen praktijk. Ik zie dat je goed door hebt hoe je eigen onderwijsinstelling (HBO) op dit moment zich ontwikkelt en waar ook nieuwe kansen liggen (SWOT).
Je geeft op je blog ook mooi aan wat de kansen bij Avans zouden zijn en wat zij in hun visie zouden kunnen meenemen.
Over de grens
Bijv. creativiteit in vormgeving, creativiteit in inhoud, denken buiten de kaders.
-      Ik mis bij de keuze van jullie scenario een onderbouwing waarom het door jullie gekozen scenario nou het meest gewenst was om uit te werken. Was deze het meest realistisch, vernieuwend of juist uitdagend?
-      Het gekozen scenario gaat voor mijn gevoel maar lichtjes over de grenzen. Als het goed begrijp zijn de voor jullie belangrijke elementen de volgende:
1.    Flexibele werkruimte’s
2.    Expertise aanwezig in een leercentrum
3.    Sterke verbinding met bedrijfsleven etc.
4.    Studieroute bepaalt leerplaats
5.    Feedback/ peerfeedback
6.    Gepersonaliseerde leermiddelen en eigen portfolio
In jullie scenario beschrijven jullie sterk waar deze ontwikkelingen vandaan komen, maar zie ik niet zo goed in waar nou de grote veranderingen liggen in vergelijking met 2015. De grootste verandering lijkt, voor mij nu, dat leerlingen zelfstandig hun leerroute kiezen en ook veel meer in een bedrijf/werkplek leren.
Hoe is het trouwens gesteld met de doorlopende leerlijn vanaf de basisschool/middelbare school?
Jullie gekozen scenario is sterk onderbouwd en pakt een breed scala aan bronnen om tot een beeld van de toekomst te komen. Erg sterk dat jullie hierbij het bedrijfsleven zo erg betrekken in jullie beeld.



Vraag / vragen t.b.v. de dialoog

-     Hoe zien jullie je rol als MLI’er bij de verdere ontwikkeling van de Scenario in het hoger onderwijs eruit? Hoe gaan jullie ervoor zorgen dat jullie school over een paar jaar zo gaat werken?
-     Hoe zien jullie het basis- en middelbaar onderwijs mee veranderen met jullie scenario? Gaan die ook leren in zulke open expertisecentra?
-     Hoe zien jullie het portfolio concreter gebruikt worden? Hoe wordt die opgevuld?

-     Hoe vinden bedrijven en leerlingen elkaar? Via wat voor systeem? 

Feedback voorafgaand aan Challenge Day


We zijn er bijna... Voorafgaand aan de Challenge Day heb ik van twee personen de producten en de blogs uitgebreid bekeken. Dit waren José en Margreet. Ik heb beide aan de hand van de individuele peerfeedbackkaart feedback gegeven en deze gedeeld met José en Margreet. Hieronder is mijn feedback te lezen.


                                                                                                          
Feedback van­­­­­­­­­­­­ Gertie Vereijken aan Margreet Verkuijl



P.I.
Tip
Top
Blik naar buiten
Bijv. participeren in innovatietrajecten en betrekken relevante externen etc.
-      Ik vind dat je dit echt heel erg goed gedaan hebt. Als ik dan toch een tip moet geven, zou ik me kunnen voorstellen dat je op je eigen school nog meer met innovatietrajecten zou kunnen doen, maar dat is meer vooruitkijkend. Je beschrijft in ieder geval niet dat je in bepaalde projecten op dit vlak actief bent. Je geeft wel aan dat je n.a.v. de discussie over het scenario plannen hebt een innovatiegroepje op te richten, dus de eerste initiatieven op dit gebied heb je al genomen!
-      Je schakelt veelvuldig je netwerk op constructieve wijze in. Je betrekt verschillende (typen) externen op het juiste moment.
-      Sterk dat je je netwerk (veelvuldig) inschakelt en dan laat zien wat voor jou de waarde is van deze feedback. Vervolgens verwerk je de feedback die je krijgt ook echt in het scenario (viel me bijvoorbeeld op aan de termen leren en ontwikkelen die jullie gebruiken). Sterk!
-      Bezoek aan Nikee in Roermond is voor jullie echt een inspiratie geweest voor het scenario. Mooi hoe jullie dit hebben toegepast.
Oog voor praktijk
Bijv. consequenties ontwikkelingen voor praktijk/ vertaling visie / ondersteuning collega’s/ realiteitszin etc.
-      Ik ben nieuwsgierig naar wat jouw rol zou kunnen zijn in de ontwikkeling van jouw school naar het toekomstscenario. Dit lees ik niet terug in jouw blog.
-      Je initieert een discussie op je eigen school over het toekomstscenario waarin ook naar voren komt waar je school nu staat t.a.v. jullie scenario. Mooi dat je dit met je eigen collega’s bediscussieert!
Over de grens
Bijv. creativiteit in vormgeving, creativiteit in inhoud, denken buiten de kaders.
-      Een aantal aspecten die jullie belangrijk vinden in het toekomstscenario, zijn in de uitwerking onderbelicht: Hoe komt bijvoorbeeld het samenwerken tot uiting (de focus ligt nu sterk op het individuele traject)? Het werkveld wordt wel genoemd, maar hoe wordt dit concreet ingevuld?
-      Jullie hebben de visualisatie zowel in 2d als 3d heel erg mooi en duidelijk weergegeven. Met oog voor details!
-      Creatieve invulling van de Challenge Day
-      De competentiewatch vind ik erg creatief. En al behoorlijk gedetailleerd uitgewerkt



Vraag / vragen t.b.v. de dialoog
-     Hoe makkelijk stromen werkenden weer in en uit in dit scenario (levenlang leren, maar focus ligt in uitwerking op jongeren klaarstomen voor arbeidsmarkt)?
-     Zie ook enkele vragen die al in de feedback staan.




Feedback van­­­­­­­­­­­­ Gertie Vereijken aan José van Oppen 



P.I.
Tip
Top
Blik naar buiten
Bijv. participeren in innovatietrajecten en betrekken relevante externen etc.
-      Je had je kennis / expertise m.b.t. het internationale aspect nog duidelijker in het uiteindelijke groepsscenario kunnen laten terugkomen
-      Je hebt een hele ‘wijde’ blik naar buiten, zeker met je uitgebreide verslagen van je studiereis! Je geeft mooie inzichten over internationaal onderwijs.
-      Je hebt feedback gevraagd aan Finse collega’s en deze verwerkt in je scenario
Oog voor praktijk
Bijv. consequenties ontwikkelingen voor praktijk/ vertaling visie / ondersteuning collega’s/ realiteitszin etc.
-        Je mag je eigen rol in het verder ontwikkelen van hogeschool Zuyd richting een OLI nog duidelijker beschrijven. Je geeft nu een aantal projecten aan waarin je participeert en je LA5 wat een rol zou kunnen spelen in begeleiding van collega’s, maar wat jouw exacte rol daarin is, mis ik een beetje. 
-      Je hebt een heel helder beeld van waar Hogeschool Zuyd momenteel staat in de ontwikkeling naar een OLI.
Over de grens
Bijv. creativiteit in vormgeving, creativiteit in inhoud, denken buiten de kaders.
-het spinnenweb van van den Akker richt zich erg op de inrichting van het onderwijs. Door hiervoor te kiezen blijven een aantal aspecten die jullie beschrijven in het scenario in het beeld onderbelicht zoals globalisering, voor alle leeftijden, rol gemeenschap.
-Je had nog meer mogen laten zien wat jouw individuele bijdrage is geweest in het proces naar het eindproduct. Gezien je blog verwacht ik deze vnl inhoudelijk is geweest, je hebt mooie, sterk onderbouwde inhoudelijke bijdrages geleverd. Misschien ben jij echter (ook) juist op andere onderdelen erg bepalend geweest in jullie team?

-Mooi onderbouwd en visueel prachtig weergegeven beeld. De verschillende korte filmpjes met een specifiek thema maakt dat je je makkelijker focust op dat deelonderwerp.
-de munt Edu vind ik erg prikkelend en maakt me nieuwsgiering. Leuk dat jullie dit in de werkvorm maandag gaan gebruiken.
-het proces van samenwerking in jullie groep in de laatste fase van het LA mooi en helder in beeld gebracht (trailer, duo-interview, normen/waardenspel etc)



Vraag / vragen t.b.v. de dialoog

-Wat maakt het OLI echt ‘open’? In hoeverre ben ik nog gebonden aan een centrum (fysiek) waar ik naartoe moet? Welke keuzevrijheid heb ik daarin?

-Hoe zie jij jezelf vanuit de projecten waarin je participeert een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van OLI?



maandag 13 april 2015

De betekenis van het toekomstscenario voor Avans

Het is goed om eens te kijken in hoeverre de onderwijsinstelling waar ik werkzaam ben al klaar is voor het toekomstscenario dat we met ons leerteam geschetst hebben.

Wanneer ik kijk naar ons scenario over het flexibel leercentrum, dan laten we daar binnen Avans Hogeschool in sommige opzichten al aardig wat zien. Vooral de samenwerking met het werkveld is een iets wat bij Avans hoog in het vaandel staat. Het werkveld wordt veelvuldig en op allerlei manieren betrokken bij ons onderwijs. In het flexibel leercentrum zal deze wisselwerking tussen onderwijs en werkveld nog veel groter zijn.
Recentelijk is er een onderzoek uitgevoerd over "Avans2020": wat hebben we binnen Avans Hogeschool nodig om klaar te zijn voor het onderwijs van 2020? Hier kwamen een aantal interessante topics naar voren:

  • meer inspirerende docenten
  • betere ict faciliteiten
  • flexibele roosters
  • multidisciplinair samenwerken
Dit zijn allemaal kenmerken van het flexibel leercentrum van 2030, wat betekent dat Avans op deze punten nog wat te doen heeft:) In mijn SWOT analyse noem ik enkele van deze punten ook al. In de professionalisering van collega's zou ik adviseren aandacht te besteden aan de rol van docent als coach. Veel kennisvakken worden nog erg klassikaal en docentgestuurd gegeven. Kijken naar de toekomst moet hier nog een grote slag gemaakt worden in de rol van zowel student (verantwoordelijk voor eigen leerroute)  als docent (coach, veel meer individueel gericht i.p.v. docent). Een mooie uitdaging die we op korte termijn al kunnen aangaan wat mij betreft!

maandag 9 maart 2015

Quest 3 SWOT analyse


Inleiding
Nadat we als team onze vier scenario's hadden beschreven, hebben we samen besloten om het scenario plaatsafhankelijk - lerende aan het stuur (het flexibel leercetrum) verder uit te gaan werken. Voor dit scenario heb ik nu in eerste instantie gekeken naar de onderwijsinstelling waar ik zelf werkzaam ben, Avans Hogeschool. Wat zijn sterke en zwakke punten van Avans, kijkend naar de kenmerken van het gekozen scenario? Welke kansen liggen er voor Avans op dit gebied en met welke bedreigingen moet Avans rekening houden, wil ze een flexibel leercentrum worden? In onderstaande afbeelding de SWOT analyse van Avans Hogeschool.



Verwerking verkregen feedback
Nadat ik mijn eerste versie van de SWOT (afbeelding + onderbouwing ) op mijn blog had geplaatst, heb ik van Michel Schreuders en Nicole Beijen feedback gekregen. Deze feedback heb ik verwerkt in de definitieve SWOT die ik hier presenteer. Naar aanleiding van de feedback heb ik de plaats van de kansen en de zwaktes omgedraaid in het kwadrant. Zo hebben de onderdelen van de SWOT een logischere plek in het kwadrant.  Tevens heb ik de bedreigingen aangevuld met de bedreiging van de controlerende overheid d.m.v. accreditaties, hetgeen de vrijheid van het onderwijs beperkt. Er zijn geen inhoudelijke vraagtekens gezet bij de punten die ik in de SWOT noem, dus hierop heb ik geen aanpassingen gedaan.  

Sterktes
Aandacht voor het geven en krijgen van feedback is belangrijk binnen Avans. Zo wordt binnen de opleiding Bedrijfskunde gewerkt met Virtual Action Learning, een community waarbinnen studenten van en met elkaar leren aan de hand van peerfeedback (Baeten, 2007). Binnen andere opleidingen wordt op vergelijkbare manieren met peerfeedback gewerkt.
Avans betrekt het werkveld zowel bij het ontwikkelen als bij het uitvoeren van het onderwijs. Studenten participeren in ‘real life’ projecten met professionals uit het werkveld (Avans, 2014)
In het traject Virualiseren In Avans leren docenten beter omgaan met het inzetten van ICT toepassingen in hun onderwijs. Dit grootschalig opgezette traject binnen Avans geeft docenten de mogelijkheid te experimenten met ICT toepassingen die zij zelf leuk en waardevol vinden.

Zwaktes
Avans Den Bosch is nog geen flexibel leercentrum. Er zijn nog veel traditionele klaslokalen en hoorcollegezalen te vinden. Het gebouw is nog gericht op docentgestuurd onderwijs; ruimtes kunnen nog niet flexibel voor meerdere doeleinden gebruikt worden.
Wanneer we spreken over personalisering van de eigen leerroute, moet een student de mogelijkheid geboden krijgen te kiezen voor verschillende leergebieden om zodoende zelf een kennispakket samen te stellen. Avans biedt dit nog niet. Hogescholen zijn van oudsher ingericht op het aanbieden van complete onderwijsprogramma’s, gericht op het behalen van diploma’s. Het experimenteren met flexibele en ‘opstapelbare’ modules vraagt om een hele andere visie op opleiden (Nidap, 2015).
Ondanks de aandacht voor ICT gebruik in het onderwijs, zijn nog lang niet alle docenten voldoende ICT vaardig. De noodzaak om ICT daadwerkelijk in te zetten in het onderwijs wordt nog niet altijd en overal gevoeld.

Kansen
In een flexibel leercentrum moet aandacht zijn voor een levenlang leren. Werken en leren zijn steeds minder te scheiden. Mensen willen zich in hun werk dan ook ontwikkelen, bewijzen en ontplooien. Dat is nu al te zien in het beleid van grote ondernemingen: ze concurreren op de mate waarin hun onderneming in kan spelen op de persoonlijke ontwikkelingswensen van werknemers (WRR, 2014). Hierbij hebben ze ook behoefte aan partners in het onderwijs die programma’s bieden gericht op levenlang leren.
Hoewel we kiezen voor plaatsafhankelijk onderwijs, zal in het flexibel leercentrum in 2030 het online onderwijs ook een duidelijke plek innemen. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap stelt van 2015 t/m 2018 jaarlijks één miljoen euro beschikbaar voor het stimuleren van open en online hoger onderwijs in Nederland. Daarmee onderstreept zij het belang en de potentie van open en online onderwijs en wil zij onderwijsinstellingen uitdagen om te onderzoeken wat open en online onderwijs in hun eigen instelling kan betekenen (Surf, 2014).
Hoewel het bedrijfsleven veelvuldig wordt ingezet in het onderwijs, zijn er kansen voor Avans wanneer het gaat om het aangaan van strategische samenwerkingsverbanden. In samenwerking met het werkveld kunnen bijvoorbeeld centres of expertise worden opgericht, waardoor de samenwerking met het werkveld duurzamer en intensiever wordt. Verschillende andere hogescholen laten hierin mooie voorbeelden zien (hogeschool Rotterdam, 2015)

Bedreigingen
Het afschaffen van diploma’s in het hoger onderwijs lijkt erg ver weg. Hoewel er wel degelijk voorvechters zijn van diplomavrij onderwijs (Staes, 2013) zijn er nog geen ontwikkelingen zichtbaar die duiden op het volledig afschaffen van diploma’s en het invoeren van een individueel portfolio.  
Hoewel in het flexibel leercentrum open en online onderwijs ook ingezet zal gaan worden, is het ook een bedreiging. Wanneer deze ontwikkeling doorzet, kan op termijn een plaatsafhankelijke instelling als Avans overbodig worden. Niet bekostigd onderwijs speelt daar makkelijker op in en is minder afhankelijk van grote dure gebouwen.  
De strenge eisen vanuit de overheid rondom accreditatie laten nog weinig ruimte om als onderwijsinstelling eigen keuzes te maken. Daarnaast dient alles op een dusdanige wijze verantwoord te worden dat de vraag is hoe je dat in gepersonaliseerde trajecten vorm zou moeten geven. 

Bronnen
Baeten, J. (2009). Virtual Action Learning. Een opleidingsconcept over Samenlerend.

Hogeschool Rotterdam (2015). Instituut voor Engineering en Applied Science. Retrieved from: http://www.hogeschoolrotterdam.nl/bedrijven/sectoren/instituut-voor-engineering-en-applied-science/strategische-samenwerking

Nidap (2015). Deeltijdopleidingen: hogescholen laten kansen liggen. Retrieved from:

Staes, J. (2013). Leren van Jef Staes. Retrieved from: http://www.academievoorlerenenontwikkelen.nl/leren-van-jef-staes/

Surf (2014). Stimuleringsregeling Open en Online onderwijs. Retrieved from: https://www.surf.nl/binaries/content/assets/surf/nl/2014/flyer-stimuleringsregeling-open-en-online-onderwijs-2015.pdf


voor het Regeringsbeleid, W. R. (2013). Naar een lerende economie: investeren in het verdienvermogen van Nederland. Amsterdam University Press.

Bezoek IXperium Arnhem

iXperium introductiefilm

Afgelopen maandag 9 maart zijn we met een klein groepje op bezoek geweest bij het IXperium in Arnhem. Het iXperium biedt workshops, cursussen en trainingen om jou als (aankomend) leraar te scholen in het gebruik van ict-toepassingen in je lessen. Ook onderzoeken we jouw concrete vraagstukken. Bijvoorbeeld: hoe kan ict helpen bij het leren van kinderen met dyslexie? Of: hoe kunnen leerlingen in hun eigen tempo aan opdrachten werken op een tablet? Samen met experts, zoek je naar antwoorden op dit soort vragen. En vaak levert het een beproefd leerarrangement op, dat jij zo in jouw lessen kunt gebruiken (Ixperium.nl).

Tijdens deze inspirerende middag hebben we allerlei mogelijkheden gezien om ICT in te zetten in het (basis)onderwijs. Een groep basisschoolleerlingen was samen met de leerkracht op bezoek om te kunnen experimenteren met verschillende ICT toepassingen. Hieronder volgen wat foto's: (nog toevoegen)



Aan het eind van de middag hebben we nog gesproken over de ontwikkelingen op ICT vlak, die momenteel razendsnel gaan. De voor- en nadelen van big data en learning analytics. Ondanks de prachtige kansen die ICT biedt, is de boodschap toch ook dat we kritisch moeten kijken naar het doel wat we ermee hebben en de wijze waarop we middelen inzetten. 

Al met al een inspirerend bezoek! 


zondag 1 maart 2015

Quest 2: toekomstscenario's voor het HBO

Op basis van de drijvende krachten die we als team gekozen hebben, heb ik het kwadrant voor mijn sector, het HBO, ingevuld. Hieronder volgt een toelichting bij de vier scenario's.

 

Scenario 1 plaatsafhankelijk / student aan het stuur: Een levenlang leercentrum
In 2030 differentieert de hogeschool meer en speelt het in op regionale behoeften. De focus ligt op wat er regionaal gevraagd wordt, zowel economisch als maatschappelijk. Daarvoor is vakmanschap nodig en gerichtheid op vaardigheden zoals communiceren, netwerken onderhouden, samenwerken, initiatief nemen, probleemoplossend vermogen ontwikkelen en kritisch denken (Voogt, Roblin, 2010). Ook competenties om op een goede manier gebruik te maken van communities en sociale netwerken zijn nu erg belangrijk (Ouden, Valkenburg & Brok, 2014).
In het kader van het steeds verder verduurzamen van vastgoed zal sprake zijn van een multifunctioneel schoolgebouw (Mulder, 2013). Lerenden kiezen hun eigen leerroute. Er zijn wel uitstroomprofielen, maar de weg ernaartoe is vrijer en kan per student verschillen. Sommigen willen meer theorie, anderen kiezen ervoor competenties in de praktijk direct aan te tonen. Hoewel er zeker sprake is van contactmomenten met medestudenten en coaches, is geen sprake van een klasgericht systeem. Het onderwijs leidt niet op tot een diploma, het individuele digitale portfolio van studenten is de toegang tot de arbeidsmarkt. Door centrale instanties kan het individuele portfolio worden gewaardeerd als kwalificatie voor een bepaald beroep of functie.
Studenten leren in wisselende, zelf samengestelde, co-creatieve leerteams. Dit zijn teams bestaande uit mensen met verschillende achtergronden en leeftijden, waarbij iedereen een bijdrage kan leveren vanuit eigen kracht (Ouden et al., 2014). Ook professionals uit het beroepenveld stromen hierbij makkelijk in en uit. Doordat een levenlang leren nu voor iedereen geldt, is het hoger onderwijs nu voor iedereen op elk moment toegankelijk (Rijksoverheid, 2014)


Bronnen:
 
Adviescommissie 'Flexibel hoger onderwijs voor werkenden' (2014). Flexibel hoger onderwijs voor volwassenen. Geraadpleegd op 24 februari 2015 via http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2014/03/12/flexibel-hoger-onderwijs-voor-volwassenen.html.

Mulder, K., (2013). De school van de toekomst is geen school. Geraadpleegd op 25 februari 2015 van  http://www.bouwstenenvoorsociaal.nl/fileswijkplaats/20130123%20Wereldwijs,%20Klaas%20Mulder.pdf

Ouden, E. den, Valkenburg, R., & Brok, P. den. (2014). Leren in Eindhoven 2030: Visie en roadmap voor de toekomst van educatie. Eindhoven: LightHouse. Retrieved from: http://www.ili-lighthouse.nl/Images/LerenEindhoven2030GewenstScenarioLR.pdf

Voogt, J., & Roblin, N. P. (2010). 21st century skills. Discussienota. Zoetermeer: The Netherlands: Kennisnet.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Scenario 2: plaatsafhankelijk / docent aan het stuur: een regionaal kenniscentrum
Het HBO is de belangrijkste verbinding naar de lerende economie (WRR, 2014). Naast het vergaren van nieuwe kennis is kenniscirculatie (het beter gebruiken van bestaande kennis) daarin erg belangrijk. Al tientallen jaren weten we dat HBO’s, meer dan universiteiten, geschikt zijn voor regionale kenniscirculatie (Delfmann et al., 2011). Er is in 2030 dan ook geen sprake meer van een op zichzelf staande hogeschool. Het onderwijs vindt plaats in een groot regionaal landschap van kennis en toepassing. De hogeschool is hier onderdeel van, maar daarnaast zijn er bedrijven, laboratoria, trainingscentra. Het kan heel divers zijn. Studenten kiezen niet meer zoals vroeger voor een hogeschool, maar veel meer voor een regio waarin specifieke kennis en expertise aanwezig is. Hoewel leren in allerlei vormen kan plaatsvinden, wordt de aanwezigheid van een fysieke leerplaats als cruciale factor beschouwd voor de vertrouwensrelatie tussen studenten, docenten en bedrijfsleven. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van blended learning, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen ‘teaching’ (het vergaren van kennis) wat veel meer online gebeurt (Rubens, 2013) en ‘learning’ (het leren in de context) waarvoor student en docent elkaar fysiek ontmoeten (Rubens, 2013). In het kader van een leven lang leren speelt de hogeschool in op datgene waar in de regio behoefte aan ontstaat. Dit kan gaan over omscholing, het opfrissen van kennis en competenties, het bevorderen van persoonlijke ontwikkeling om beter te kunnen functioneren in een complexere samenleving (Damme, 2014). De hogeschool als levensader voor de regionale economie. Regionale innovatie vindt plaats door het stichten van brede local learning communities, waarvan reeds in 2015 succesvolle voorbeelden bestonden in landen als Verenigde staten, Zweden en Denemarken. Hierbij wordt kennis van bedrijven, lokale organisaties en onderwijs fysiek of via ICT samengebracht en gericht op concrete doelen- geheel in lijn met de participatiesamenleving (Vrooman, 2014).

Bronnen:
 
Damme, D. van, (2014). Hoger onderwijs: een systeem met wankele grondvesten. Geraadpleegd op 26 februari via http://www.hbo2025.nl/wp-content/uploads/2014/05/Essay-prof-dr-Dirk-Van-Damme.pdf
 
Delfmann, H., Koster, S. J., & Pellenbarg, P. (2011). Belang van het HBO voor de regionale economie. Kenniscirculatie tussen midden-en kleinbedrijf in de regio.
Rubens, W. (2013). E-learning. Trends en ontwikkelingen.
 
voor het Regeringsbeleid, W. R. (2013). Naar een lerende economie: investeren in het verdienvermogen van Nederland. Amsterdam University Press.
 
Vrooman, C., (2014). Werken in het HBO, een geruststellende of gemakeerde toekomst
 
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Scenario 3 plaatsonafhankelijk – student aan het stuur: een persoonlijk leerpad
Door een toenemende globalisering en internationalisering, is er steeds meer sprake van mondiale samenwerkingsverbanden in het onderwijs (Schermer, 2012). Er is verregaande samenwerking tussen verschillende instituten, een student kiest dan ook niet meer voor een instituut waar een studie wordt gevolgd, maar voor een persoonlijk leerpad. Het belang van fysieke instituten is door verregaande online communicatie en school networks veel kleiner geworden (Damme, 2014). Studenten hebben wereldwijd toegang tot instituten waar zowel fysiek als online een deel van het leerpad kan worden afgelegd. Lerenden zijn zich bewuster van waarom ze leren, en welke uitdagingen ze aan willen gaan. Gaandeweg het leerpad specialiseren ze zich tot een uniek profiel. Er bestaat een verregaande flexibilisering in hoe competenties worden verworven. Via een open platform waar mensen elkaar fysiek en virtueel kunnen ontmoeten, kunnen leerervaringen worden uitgewisseld en teams worden gevormd van mensen die complementaire leerdoelen en interesse in thema’s hebben. Het leerproces wordt verder ondersteund doordat studenten hier kunnen zien hoe anderen kennis verwerven en toepassen (Ouden et al., 2014). De eigen vrijheid van studenten wordt ermee vergroot.
Bij een persoonlijk leerpad hoort persoonlijke begeleiding. Om als lerende succesvol te kunnen zijn, zal in meer of mindere mate gebruik gemaakt kunnen worden van ondersteuning met betrekking tot het aanleren van metacognitieve vaardigheden (Martens & Boekaerts, 2009). Een persoonlijke coach kan hiervoor worden geraadpleegd. Voor allerlei andere vormen van begeleiding biedt een platform de mogelijkheid om een match tussen de lerenden en de coaches te maken in samenwerking met verschillende betrokkenen tijdens het leren: docenten, coaches, professionals, nationaal en internationaal.
 
Bronnen:
 
Damme, D. van, (2014). Hoger onderwijs: een systeem met wankele grondvesten. Geraadpleegd op 26 februari via http://www.hbo2025.nl/wp-content/uploads/2014/05/Essay-prof-dr-Dirk-Van-Damme.pdf
 
Martens, R., & Boekaerts, M. (2007). Motiveren van studenten in het hoger onderwijs: theorie en interventies. Groningen: Wolters-Noordhoff.
 
Ouden, E. den, Valkenburg, R., & Brok, P. den. (2014). Leren in Eindhoven 2030: Visie en roadmap voor de toekomst van educatie. Eindhoven: LightHouse. Retrieved from: http://www.ili-lighthouse.nl/Images/LerenEindhoven2030GewenstScenarioLR.pdf

Schermer, K. (2012). Internationalisering als uitdaging: een handreiking voor opleidingen in het hbo. Springer Science & Business Media.
 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Scenario 4 plaatsonafhankelijk / docent aan het stuur: digital fysieke leer- en ontmoetingsplaats
De hogeschool als online community en fysieke ontmoetingsplek versterken elkaar. In een steeds veranderende samenleving moet de HBO-er met nieuwe, complexe vraagstukken om kunnen gaan. Daarom is het, naast het opleiden voor een vak met voldoende kennis en bijbehorende vaardigheden, nodig om studenten een intern, ethisch kompas te leren ontwikkelen. Daarnaast is er aandacht voor internationale competenties (HBO2025). Het bijbrengen van een culturele awareness zorgt ervoor dat lerenden zich staande kunnen houden in een arbeidsmarkt waar grenzen geen rol meer spelen (Wit, 2011).
Door het enorme aanbod van lesmateriaal in online omgevingen, is het de taak van het onderwijs de student hierin wegwijs te maken. De focus ligt door de gigantische informatiestroom die beschikbaar is niet meer zozeer op het bijbrengen van nieuwe kennis, maar veel meer op de vaardigheid kennis op de juiste wijze te filteren, waarbij triangulatie een vereiste is. De lerende leert in een internationale context om te gaan met alle informatie die beschikbaar is (Nieuwsuur, 2015). Docenten zijn coaches. Een docent zal geen tijd verspillen aan instructie, maar wel beschikbaar zijn voor coaching. Dit kan op verschillende locaties plaatsvinden. Het Brede Leren heeft zijn intrede gedaan: een slimme mix van E-learning, coaching door vakkrachten en ontmoetings- en ervaringsleren buiten school. (Mulder, 2013)
 
Bronnen:

Nieuwsuur (2015). Welke kennis en vaardigheden hebben kinderen nodig? Geraadpleegd op 18 februari 2015, via: http://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2018447-welke-kennis-en-vaardigheden-hebben-kinderen-nodig.html

Strategiebijeenkomst #hbo2025 (2014). Geraadpleegd op 24 februari 2015 via http://www.hbo2025.nl/strategiebijeenkomst-hbo2025-26-november-2014/

Wit, J. W. H., de (2011). De wet van de stimulerende achterstand?: Internationalisering van het hbo-onderwijs, misvattingen en uitdagingen. Amsterdam University Press.
 
 
Advies aan mijn leerteam:
Ik zou mijn leerteam scenario 4 adviseren. Voor de toekomst lijkt het me het meest voor de hand liggend dat er inderdaad plaatsonafhankelijk onderwijs gaat plaatsvinden. In dit scenario heft het alomtegenwoordig leren een duidelijke plaats gekregen. Echter de rol van de docent is nog steeds sturend/begeleidend. Zoals in scenario 4 al staat: een mix van E learning, coaching, individueel en elkaar ontmoeten. Dat lijkt me een mooie toekomst voor het HBO.