Vanavond is het zover: de Challenge Day! In afwachting van de avond, wil ik alvast reageren op de vragen die ik van mijn medestudenten heb mogen ontvangen m.b.t. ons scenario en mijn rol.
1. Hoe komt het begrip duurzaamheid tot uiting in het gekozen sceanario?
Deze vraag is mij gesteld omdat ik in eerste instantie de trend duurzaamheid heb uitgewerkt. Wij wilden in de beginfase de trends zo breed mogelijk uitwerken om een gedegen keuze te kunnen maken. Wij hebben ervoor gekozen de trend duurzaamheid niet als zodanig mee te nemen in ons scenario. Wel is in de visualisatie zichtbaar dat natuur een belangrijke rol speelt in ons flexibel leercentrum, het is een groene omgeving geworden.
2. Hoe kunnen werkgevers checken of een werknemer aan de criteria voor het werk voldoet?
Dit kan via het digitale portfolio, wat altijd actueel is.
3.Hoe ziet jouw rol in de verdere ontwikkeling van het toekomstscenario eruit binnen jouw onderwijsinstelling?
Binnen mijn opleiding probeer ik een voorbeeld te blijven voor collega's in de toepassing van digitale werkvormen. Via werkvormen als flip the classroom probeer ik docenten mee te nemen in een meer gedifferentieerde lesaanpak.
maandag 20 april 2015
zondag 19 april 2015
Ontvangen feedback van Margreet Verkuijl
Feedback van Margreet
Verkuil aan Gertie Vereijken
P.I.
|
Tip
|
Top
|
Blik naar buiten
Bijv. participeren in innovatietrajecten en
betrekken relevante externen etc.
|
Je bent naar Ixperium in Arnhem geweest. Ik
ben benieuwd met wie je/jullie nog meer gesproken hebben over je scenario,
omdat ik dit niet uit jouw blog of het blog van je leerteam heb kunnen halen.
|
Je gebruikt bronnen van verschillende kanten
en deze gebruik je heel duidelijk en onderbouwd in de beschrijving van je
scenario. Prima.
|
Oog voor praktijk
Bijv. consequenties ontwikkelingen voor
praktijk/ vertaling visie / ondersteuning collega’s/ realiteitszin etc.
|
Ik vind het jammer dat
het thema duurzaamheid, wat je zo helder naar voren bracht bij Quest 1, in
het toekomstscenario niet aan de orde komt. Dit thema lijkt mij in de
toekomst van groot belang.
Voor wat betreft de zorg om het voortbestaan
van hogescholen, denk ik dat voor het maken van online lesmaterialen
instituten nodig zullen zijn om dit materiaal gekwalificeerd te kunnen
leveren.
|
Je legt een duidelijke relatie tussen je eigen
onderwijsinstelling en de ontwikkelingen in het veld en de literatuur. De
kansen en bedreigingen zijn duidelijk verwoord.
De nieuwe visie op onderwijs die nodig is en
de aandacht voor de ICT-vaardigheden van docenten. Maar ook dat de overheid
vastzit aan de accreditaties. Zij zullen ook mee moeten werken met de
vernieuwingen.
|
Over de grens
Bijv. creativiteit in vormgeving, creativiteit
in inhoud, denken buiten de kaders.
|
In je SWOT noem je de samenwerkingsverbanden
waarvan nog meer gebruik gemaakt kan worden. Ik vraag me af hoe dit
vormgegeven gaat worden. Wie is hier leidend in. De coach of de lerende?
Het toekomstfilmpje laat veel digitale
mogelijkheden zien die in de toekomst gebruikt gaan worden. Grappig is dan
dat de geïnterviewde kinderen ervoor kiezen om in het bos hun rekenkennis te
gaan verdiepen. Ik zou dit een voorbeeld van plaatsonafhankelijk leren
noemen.
|
Het filmpje van jullie toekomstscenario vind
ik erg futuristisch en creatief vormgegeven. In het scenario wordt als
aanvulling daarop de gepersonaliseerde leerroute, het afschaffen van
diploma’s en het door de overheid beveiligde werken in de cloud genoemd.
|
Vraag/vragen t.b.v. de dialoog:
- Hoe
komt het begrip duurzaamheid tot uiting in het toekomstscenario.
- Op welke wijze kunnen werkgevers checken of
een werknemer aan de criteria voor het werk voldoet?
Ontvangen feedback van Alex Koks
|
Feedback
van Alex Koks aan Gertie Vereijken
P.I.
|
Tip
|
Top
|
Blik naar buiten
Bijv.
participeren in innovatietrajecten en betrekken relevante externen etc.
|
- Je zou nou een bepaalde
expert kunnen laten reageren op jullie scenario of eindproduct. Misschien dat
jullie dit laten doen op de Challenge day?
- Je zou met je eigen team in
gesprek kunnen gaan over het toekomstscenario en kunnen kijken welke kansen
er liggen om het scenario echt tot uiting te laten komen.
|
- Je bent bij het I-Experium
geweest en hebt je ervaringen op je blog beschrijven.
- Je hebt kort gekeken of en
hoe jouw onderwijsinstelling al klaar is voor het toekomstscenario.
|
Oog voor praktijk
Bijv.
consequenties ontwikkelingen voor praktijk/ vertaling visie / ondersteuning
collega’s/ realiteitszin etc.
|
- Iemand van jouw
onderwijsinstelling zou op je blog feedback kunnen geven op je SWOT>
- Je beschrijft nog niet
duidelijk op je eigen blog wat jouw rol zou kunnen zijn in die nieuwe
ontwikkelingen op Avans als MLI’er.
|
In
je gehele persoonlijke verhaal op je blog merk ik vaak dat je goede
koppelingen legt met je eigen praktijk. Ik zie dat je goed door hebt hoe je
eigen onderwijsinstelling (HBO) op dit moment zich ontwikkelt en waar ook
nieuwe kansen liggen (SWOT).
Je
geeft op je blog ook mooi aan wat de kansen bij Avans zouden zijn en wat zij
in hun visie zouden kunnen meenemen.
|
Over de grens
Bijv.
creativiteit in vormgeving, creativiteit in inhoud, denken buiten de kaders.
|
- Ik mis bij de keuze van
jullie scenario een onderbouwing waarom het door jullie gekozen scenario nou
het meest gewenst was om uit te werken. Was deze het meest realistisch,
vernieuwend of juist uitdagend?
- Het gekozen scenario gaat
voor mijn gevoel maar lichtjes over de grenzen. Als het goed begrijp zijn de
voor jullie belangrijke elementen de volgende:
1.
Flexibele werkruimte’s
2.
Expertise aanwezig in een leercentrum
3.
Sterke verbinding met
bedrijfsleven etc.
4.
Studieroute bepaalt
leerplaats
5.
Feedback/ peerfeedback
6.
Gepersonaliseerde
leermiddelen en eigen portfolio
In jullie scenario beschrijven jullie sterk waar deze
ontwikkelingen vandaan komen, maar zie ik niet zo goed in waar nou de grote veranderingen
liggen in vergelijking met 2015. De grootste verandering lijkt, voor mij nu,
dat leerlingen zelfstandig hun leerroute kiezen en ook veel meer in een
bedrijf/werkplek leren.
Hoe is het trouwens gesteld met de doorlopende leerlijn
vanaf de basisschool/middelbare school?
|
Jullie
gekozen scenario is sterk onderbouwd en pakt een breed scala aan bronnen om
tot een beeld van de toekomst te komen. Erg sterk dat jullie hierbij het
bedrijfsleven zo erg betrekken in jullie beeld.
|
Vraag
/ vragen t.b.v. de dialoog
- Hoe zien
jullie je rol als MLI’er bij de verdere ontwikkeling van de Scenario in het
hoger onderwijs eruit? Hoe gaan jullie ervoor zorgen dat jullie school over een
paar jaar zo gaat werken?
- Hoe zien
jullie het basis- en middelbaar onderwijs mee veranderen met jullie scenario?
Gaan die ook leren in zulke open expertisecentra?
- Hoe zien
jullie het portfolio concreter gebruikt worden? Hoe wordt die opgevuld?
- Hoe vinden
bedrijven en leerlingen elkaar? Via wat voor systeem?
Feedback voorafgaand aan Challenge Day
We zijn er bijna... Voorafgaand aan de Challenge Day heb ik van twee personen de producten en de blogs uitgebreid bekeken. Dit waren José en Margreet. Ik heb beide aan de hand van de individuele peerfeedbackkaart feedback gegeven en deze gedeeld met José en Margreet. Hieronder is mijn feedback te lezen.
Feedback
van Gertie Vereijken aan
Margreet Verkuijl
P.I.
|
Tip
|
Top
|
Blik naar buiten
Bijv.
participeren in innovatietrajecten en betrekken relevante externen etc.
|
- Ik vind dat je dit echt heel
erg goed gedaan hebt. Als ik dan toch een tip moet geven, zou ik me kunnen
voorstellen dat je op je eigen school nog meer met innovatietrajecten zou
kunnen doen, maar dat is meer vooruitkijkend. Je beschrijft in ieder geval
niet dat je in bepaalde projecten op dit vlak actief bent. Je geeft wel aan
dat je n.a.v. de discussie over het scenario plannen hebt een
innovatiegroepje op te richten, dus de eerste initiatieven op dit gebied heb
je al genomen!
|
- Je schakelt veelvuldig je
netwerk op constructieve wijze in. Je betrekt verschillende (typen) externen
op het juiste moment.
- Sterk dat je je netwerk (veelvuldig)
inschakelt en dan laat zien wat voor jou de waarde is van deze feedback.
Vervolgens verwerk je de feedback die je krijgt ook echt in het scenario
(viel me bijvoorbeeld op aan de termen leren en ontwikkelen die jullie
gebruiken). Sterk!
- Bezoek aan Nikee in Roermond
is voor jullie echt een inspiratie geweest voor het scenario. Mooi hoe jullie
dit hebben toegepast.
|
Oog voor praktijk
Bijv.
consequenties ontwikkelingen voor praktijk/ vertaling visie / ondersteuning
collega’s/ realiteitszin etc.
|
- Ik ben nieuwsgierig naar wat
jouw rol zou kunnen zijn in de ontwikkeling van jouw school naar het
toekomstscenario. Dit lees ik niet terug in jouw blog.
|
- Je initieert een discussie
op je eigen school over het toekomstscenario waarin ook naar voren komt waar
je school nu staat t.a.v. jullie scenario. Mooi dat je dit met je eigen
collega’s bediscussieert!
|
Over de grens
Bijv.
creativiteit in vormgeving, creativiteit in inhoud, denken buiten de kaders.
|
- Een aantal aspecten die
jullie belangrijk vinden in het toekomstscenario, zijn in de uitwerking
onderbelicht: Hoe komt bijvoorbeeld het samenwerken tot uiting (de focus ligt
nu sterk op het individuele traject)? Het werkveld wordt wel genoemd, maar
hoe wordt dit concreet ingevuld?
|
- Jullie hebben de
visualisatie zowel in 2d als 3d heel erg mooi en duidelijk weergegeven. Met
oog voor details!
- Creatieve invulling van de
Challenge Day
- De competentiewatch vind ik
erg creatief. En al behoorlijk gedetailleerd uitgewerkt
|
Vraag
/ vragen t.b.v. de dialoog
- Hoe makkelijk
stromen werkenden weer in en uit in dit scenario (levenlang leren, maar focus
ligt in uitwerking op jongeren klaarstomen voor arbeidsmarkt)?
- Zie ook
enkele vragen die al in de feedback staan.
Feedback
van Gertie Vereijken aan
José van Oppen
P.I.
|
Tip
|
Top
|
Blik naar buiten
Bijv.
participeren in innovatietrajecten en betrekken relevante externen etc.
|
- Je had je kennis / expertise
m.b.t. het internationale aspect nog duidelijker in het uiteindelijke groepsscenario
kunnen laten terugkomen
|
- Je hebt een hele ‘wijde’
blik naar buiten, zeker met je uitgebreide verslagen van je studiereis! Je
geeft mooie inzichten over internationaal onderwijs.
- Je hebt feedback gevraagd
aan Finse collega’s en deze verwerkt in je scenario
|
Oog voor praktijk
Bijv.
consequenties ontwikkelingen voor praktijk/ vertaling visie / ondersteuning
collega’s/ realiteitszin etc.
|
- Je mag je eigen rol in het verder
ontwikkelen van hogeschool Zuyd richting een OLI nog duidelijker beschrijven.
Je geeft nu een aantal projecten aan waarin je participeert en je LA5 wat een
rol zou kunnen spelen in begeleiding van collega’s, maar wat jouw exacte rol
daarin is, mis ik een beetje.
|
- Je hebt een heel helder
beeld van waar Hogeschool Zuyd momenteel staat in de ontwikkeling naar een
OLI.
|
Over de grens
Bijv.
creativiteit in vormgeving, creativiteit in inhoud, denken buiten de kaders.
|
-het spinnenweb van van den Akker richt zich erg op de
inrichting van het onderwijs. Door hiervoor te kiezen blijven een aantal
aspecten die jullie beschrijven in het scenario in het beeld onderbelicht
zoals globalisering, voor alle leeftijden, rol gemeenschap.
-Je had nog meer mogen laten zien wat jouw individuele
bijdrage is geweest in het proces naar het eindproduct. Gezien je blog
verwacht ik deze vnl inhoudelijk is geweest, je hebt mooie, sterk onderbouwde
inhoudelijke bijdrages geleverd. Misschien ben jij echter (ook) juist op
andere onderdelen erg bepalend geweest in jullie team?
|
-Mooi
onderbouwd en visueel prachtig weergegeven beeld. De verschillende korte
filmpjes met een specifiek thema maakt dat je je makkelijker focust op dat
deelonderwerp.
-de
munt Edu vind ik erg prikkelend en maakt me nieuwsgiering. Leuk dat jullie
dit in de werkvorm maandag gaan gebruiken.
-het
proces van samenwerking in jullie groep in de laatste fase van het LA mooi en
helder in beeld gebracht (trailer, duo-interview, normen/waardenspel etc)
|
Vraag
/ vragen t.b.v. de dialoog
-Wat
maakt het OLI echt ‘open’? In hoeverre ben ik nog gebonden aan een centrum
(fysiek) waar ik naartoe moet? Welke keuzevrijheid heb ik daarin?
-Hoe
zie jij jezelf vanuit de projecten waarin je participeert een bijdrage leveren
aan de ontwikkeling van OLI?
maandag 13 april 2015
De betekenis van het toekomstscenario voor Avans
Het is goed om eens te kijken in hoeverre de onderwijsinstelling waar ik werkzaam ben al klaar is voor het toekomstscenario dat we met ons leerteam geschetst hebben.
Wanneer ik kijk naar ons scenario over het flexibel leercentrum, dan laten we daar binnen Avans Hogeschool in sommige opzichten al aardig wat zien. Vooral de samenwerking met het werkveld is een iets wat bij Avans hoog in het vaandel staat. Het werkveld wordt veelvuldig en op allerlei manieren betrokken bij ons onderwijs. In het flexibel leercentrum zal deze wisselwerking tussen onderwijs en werkveld nog veel groter zijn.
Recentelijk is er een onderzoek uitgevoerd over "Avans2020": wat hebben we binnen Avans Hogeschool nodig om klaar te zijn voor het onderwijs van 2020? Hier kwamen een aantal interessante topics naar voren:
Wanneer ik kijk naar ons scenario over het flexibel leercentrum, dan laten we daar binnen Avans Hogeschool in sommige opzichten al aardig wat zien. Vooral de samenwerking met het werkveld is een iets wat bij Avans hoog in het vaandel staat. Het werkveld wordt veelvuldig en op allerlei manieren betrokken bij ons onderwijs. In het flexibel leercentrum zal deze wisselwerking tussen onderwijs en werkveld nog veel groter zijn.
Recentelijk is er een onderzoek uitgevoerd over "Avans2020": wat hebben we binnen Avans Hogeschool nodig om klaar te zijn voor het onderwijs van 2020? Hier kwamen een aantal interessante topics naar voren:
- meer inspirerende docenten
- betere ict faciliteiten
- flexibele roosters
- multidisciplinair samenwerken
Dit zijn allemaal kenmerken van het flexibel leercentrum van 2030, wat betekent dat Avans op deze punten nog wat te doen heeft:) In mijn SWOT analyse noem ik enkele van deze punten ook al. In de professionalisering van collega's zou ik adviseren aandacht te besteden aan de rol van docent als coach. Veel kennisvakken worden nog erg klassikaal en docentgestuurd gegeven. Kijken naar de toekomst moet hier nog een grote slag gemaakt worden in de rol van zowel student (verantwoordelijk voor eigen leerroute) als docent (coach, veel meer individueel gericht i.p.v. docent). Een mooie uitdaging die we op korte termijn al kunnen aangaan wat mij betreft!
maandag 9 maart 2015
Quest 3 SWOT analyse
Inleiding
Nadat we als team onze vier scenario's hadden beschreven, hebben we samen besloten om het scenario plaatsafhankelijk - lerende aan het stuur (het flexibel leercetrum) verder uit te gaan werken. Voor dit scenario heb ik nu in eerste instantie gekeken naar de onderwijsinstelling waar ik zelf werkzaam ben, Avans Hogeschool. Wat zijn sterke en zwakke punten van Avans, kijkend naar de kenmerken van het gekozen scenario? Welke kansen liggen er voor Avans op dit gebied en met welke bedreigingen moet Avans rekening houden, wil ze een flexibel leercentrum worden? In onderstaande afbeelding de SWOT analyse van Avans Hogeschool.
Verwerking verkregen feedback
Nadat ik mijn eerste versie van de SWOT (afbeelding + onderbouwing ) op mijn blog had geplaatst, heb ik van Michel Schreuders en Nicole Beijen feedback gekregen. Deze feedback heb ik verwerkt in de definitieve SWOT die ik hier presenteer. Naar aanleiding van de feedback heb ik de plaats van de kansen en de zwaktes omgedraaid in het kwadrant. Zo hebben de onderdelen van de SWOT een logischere plek in het kwadrant. Tevens heb ik de bedreigingen aangevuld met de bedreiging van de controlerende overheid d.m.v. accreditaties, hetgeen de vrijheid van het onderwijs beperkt. Er zijn geen inhoudelijke vraagtekens gezet bij de punten die ik in de SWOT noem, dus hierop heb ik geen aanpassingen gedaan.
Sterktes
Aandacht voor het
geven en krijgen van feedback is belangrijk binnen Avans. Zo wordt binnen de
opleiding Bedrijfskunde gewerkt met Virtual Action Learning, een community waarbinnen
studenten van en met elkaar leren aan de hand van peerfeedback (Baeten, 2007).
Binnen andere opleidingen wordt op vergelijkbare manieren met peerfeedback
gewerkt. Avans betrekt het werkveld zowel bij het ontwikkelen als bij het uitvoeren van het onderwijs. Studenten participeren in ‘real life’ projecten met professionals uit het werkveld (Avans, 2014)
In het traject Virualiseren In Avans leren docenten beter omgaan met het inzetten van ICT toepassingen in hun onderwijs. Dit grootschalig opgezette traject binnen Avans geeft docenten de mogelijkheid te experimenten met ICT toepassingen die zij zelf leuk en waardevol vinden.
Zwaktes
Avans Den Bosch is
nog geen flexibel leercentrum. Er zijn nog veel traditionele klaslokalen en
hoorcollegezalen te vinden. Het gebouw is nog gericht op docentgestuurd
onderwijs; ruimtes kunnen nog niet flexibel voor meerdere doeleinden gebruikt
worden.Wanneer we spreken over personalisering van de eigen leerroute, moet een student de mogelijkheid geboden krijgen te kiezen voor verschillende leergebieden om zodoende zelf een kennispakket samen te stellen. Avans biedt dit nog niet. Hogescholen zijn van oudsher ingericht op het aanbieden van complete onderwijsprogramma’s, gericht op het behalen van diploma’s. Het experimenteren met flexibele en ‘opstapelbare’ modules vraagt om een hele andere visie op opleiden (Nidap, 2015).
Ondanks de aandacht voor ICT gebruik in het onderwijs, zijn nog lang niet alle docenten voldoende ICT vaardig. De noodzaak om ICT daadwerkelijk in te zetten in het onderwijs wordt nog niet altijd en overal gevoeld.
Kansen
In een flexibel
leercentrum moet aandacht zijn voor een levenlang leren. Werken en leren zijn
steeds minder te scheiden. Mensen willen zich in hun werk dan ook ontwikkelen,
bewijzen en ontplooien. Dat is nu al te zien in het beleid van grote
ondernemingen: ze concurreren op de mate waarin hun onderneming in kan spelen
op de persoonlijke ontwikkelingswensen van werknemers (WRR, 2014). Hierbij
hebben ze ook behoefte aan partners in het onderwijs die programma’s bieden gericht
op levenlang leren. Hoewel we kiezen voor plaatsafhankelijk onderwijs, zal in het flexibel leercentrum in 2030 het online onderwijs ook een duidelijke plek innemen. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap stelt van 2015 t/m 2018 jaarlijks één miljoen euro beschikbaar voor het stimuleren van open en online hoger onderwijs in Nederland. Daarmee onderstreept zij het belang en de potentie van open en online onderwijs en wil zij onderwijsinstellingen uitdagen om te onderzoeken wat open en online onderwijs in hun eigen instelling kan betekenen (Surf, 2014).
Hoewel het bedrijfsleven veelvuldig wordt ingezet in het onderwijs, zijn er kansen voor Avans wanneer het gaat om het aangaan van strategische samenwerkingsverbanden. In samenwerking met het werkveld kunnen bijvoorbeeld centres of expertise worden opgericht, waardoor de samenwerking met het werkveld duurzamer en intensiever wordt. Verschillende andere hogescholen laten hierin mooie voorbeelden zien (hogeschool Rotterdam, 2015)
Bedreigingen
Het afschaffen van diploma’s in het hoger onderwijs lijkt erg ver weg. Hoewel er wel degelijk voorvechters zijn van diplomavrij onderwijs (Staes, 2013) zijn er nog geen ontwikkelingen zichtbaar die duiden op het volledig afschaffen van diploma’s en het invoeren van een individueel portfolio.
Hoewel in het flexibel leercentrum open en online onderwijs ook ingezet zal gaan worden, is het ook een bedreiging. Wanneer deze ontwikkeling doorzet, kan op termijn een plaatsafhankelijke instelling als Avans overbodig worden. Niet bekostigd onderwijs speelt daar makkelijker op in en is minder afhankelijk van grote dure gebouwen.
De strenge eisen vanuit de overheid rondom accreditatie laten nog weinig ruimte om als onderwijsinstelling eigen keuzes te maken. Daarnaast dient alles op een dusdanige wijze verantwoord te worden dat de vraag is hoe je dat in gepersonaliseerde trajecten vorm zou moeten geven.
Bronnen
Baeten, J. (2009). Virtual Action Learning. Een opleidingsconcept over Samenlerend.
Hogeschool
Rotterdam (2015). Instituut voor Engineering en Applied Science. Retrieved from: http://www.hogeschoolrotterdam.nl/bedrijven/sectoren/instituut-voor-engineering-en-applied-science/strategische-samenwerking
Nidap (2015). Deeltijdopleidingen: hogescholen laten kansen liggen. Retrieved
from:
Staes, J. (2013). Leren van Jef Staes. Retrieved from: http://www.academievoorlerenenontwikkelen.nl/leren-van-jef-staes/
Surf (2014). Stimuleringsregeling Open en Online
onderwijs. Retrieved from: https://www.surf.nl/binaries/content/assets/surf/nl/2014/flyer-stimuleringsregeling-open-en-online-onderwijs-2015.pdf
voor het
Regeringsbeleid, W. R. (2013). Naar een lerende economie: investeren in
het verdienvermogen van Nederland. Amsterdam University Press.
Bezoek IXperium Arnhem
Tijdens deze inspirerende middag hebben we allerlei mogelijkheden gezien om ICT in te zetten in het (basis)onderwijs. Een groep basisschoolleerlingen was samen met de leerkracht op bezoek om te kunnen experimenteren met verschillende ICT toepassingen. Hieronder volgen wat foto's: (nog toevoegen)
Aan het eind van de middag hebben we nog gesproken over de ontwikkelingen op ICT vlak, die momenteel razendsnel gaan. De voor- en nadelen van big data en learning analytics. Ondanks de prachtige kansen die ICT biedt, is de boodschap toch ook dat we kritisch moeten kijken naar het doel wat we ermee hebben en de wijze waarop we middelen inzetten.
Al met al een inspirerend bezoek!
zondag 1 maart 2015
Quest 2: toekomstscenario's voor het HBO
Op basis van de drijvende krachten die we als team gekozen hebben, heb ik het kwadrant voor mijn sector, het HBO, ingevuld. Hieronder volgt een toelichting bij de vier scenario's.
Bronnen:
Mulder, K., (2013). De school van de toekomst is geen school. Geraadpleegd op 25 februari 2015 van http://www.bouwstenenvoorsociaal.nl/fileswijkplaats/20130123%20Wereldwijs,%20Klaas%20Mulder.pdf
Voogt, J., & Roblin, N. P. (2010). 21st century skills. Discussienota. Zoetermeer: The Netherlands: Kennisnet.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Bronnen:
Ouden, E. den, Valkenburg, R., & Brok, P. den. (2014). Leren in Eindhoven 2030: Visie en roadmap voor de toekomst van educatie. Eindhoven: LightHouse. Retrieved from: http://www.ili-lighthouse.nl/Images/LerenEindhoven2030GewenstScenarioLR.pdf
Schermer, K. (2012). Internationalisering als uitdaging: een handreiking voor opleidingen in het hbo. Springer Science & Business Media.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Nieuwsuur (2015). Welke kennis en vaardigheden hebben kinderen nodig? Geraadpleegd op 18 februari 2015, via: http://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2018447-welke-kennis-en-vaardigheden-hebben-kinderen-nodig.html
Strategiebijeenkomst #hbo2025 (2014). Geraadpleegd op 24 februari 2015 via http://www.hbo2025.nl/strategiebijeenkomst-hbo2025-26-november-2014/
Wit, J. W. H., de (2011). De wet van de stimulerende achterstand?: Internationalisering van het hbo-onderwijs, misvattingen en uitdagingen. Amsterdam University Press.
Scenario
1 plaatsafhankelijk / student aan het stuur: Een levenlang leercentrum
In
2030 differentieert de hogeschool meer en speelt het in op regionale behoeften.
De focus ligt op wat er regionaal gevraagd wordt, zowel economisch als
maatschappelijk. Daarvoor is vakmanschap nodig en gerichtheid op vaardigheden
zoals communiceren, netwerken onderhouden, samenwerken, initiatief nemen,
probleemoplossend vermogen ontwikkelen en kritisch denken (Voogt, Roblin,
2010). Ook competenties om op een goede manier gebruik te maken van communities
en sociale netwerken zijn nu erg belangrijk (Ouden, Valkenburg & Brok,
2014).
In
het kader van het steeds verder verduurzamen van vastgoed zal sprake zijn van
een multifunctioneel schoolgebouw (Mulder, 2013). Lerenden kiezen hun eigen
leerroute. Er zijn wel uitstroomprofielen, maar de weg ernaartoe is vrijer en
kan per student verschillen. Sommigen willen meer theorie, anderen kiezen
ervoor competenties in de praktijk direct aan te tonen. Hoewel er zeker sprake
is van contactmomenten met medestudenten en coaches, is geen sprake van een
klasgericht systeem. Het onderwijs leidt niet op tot een diploma, het
individuele digitale portfolio van studenten is de toegang tot de arbeidsmarkt.
Door centrale instanties kan het individuele portfolio worden gewaardeerd als
kwalificatie voor een bepaald beroep of functie.
Studenten
leren in wisselende, zelf samengestelde, co-creatieve leerteams. Dit zijn teams
bestaande uit mensen met verschillende achtergronden en leeftijden, waarbij
iedereen een bijdrage kan leveren vanuit eigen kracht (Ouden et al., 2014). Ook
professionals uit het beroepenveld stromen hierbij makkelijk in en uit. Doordat
een levenlang leren nu voor iedereen geldt, is het hoger onderwijs nu voor
iedereen op elk moment toegankelijk (Rijksoverheid, 2014)
Bronnen:
Adviescommissie 'Flexibel hoger onderwijs voor werkenden' (2014). Flexibel hoger onderwijs voor volwassenen. Geraadpleegd op 24 februari 2015 via http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2014/03/12/flexibel-hoger-onderwijs-voor-volwassenen.html.
Mulder, K., (2013). De school van de toekomst is geen school. Geraadpleegd op 25 februari 2015 van http://www.bouwstenenvoorsociaal.nl/fileswijkplaats/20130123%20Wereldwijs,%20Klaas%20Mulder.pdf
Ouden, E. den, Valkenburg, R., & Brok, P.
den. (2014). Leren in Eindhoven 2030:
Visie en roadmap voor de toekomst van educatie. Eindhoven: LightHouse. Retrieved
from: http://www.ili-lighthouse.nl/Images/LerenEindhoven2030GewenstScenarioLR.pdf
Voogt, J., & Roblin, N. P. (2010). 21st century skills. Discussienota. Zoetermeer: The Netherlands: Kennisnet.
Scenario 2: plaatsafhankelijk / docent
aan het stuur: een regionaal kenniscentrum
Het HBO is de belangrijkste verbinding
naar de lerende economie (WRR, 2014). Naast het vergaren van nieuwe kennis is
kenniscirculatie (het beter gebruiken van bestaande kennis) daarin erg
belangrijk. Al tientallen jaren weten we dat HBO’s, meer dan universiteiten,
geschikt zijn voor regionale kenniscirculatie (Delfmann et al., 2011). Er is in
2030 dan ook geen sprake meer van een op zichzelf staande hogeschool. Het
onderwijs vindt plaats in een groot regionaal landschap van kennis en
toepassing. De hogeschool is hier onderdeel van, maar daarnaast zijn er
bedrijven, laboratoria, trainingscentra. Het kan heel divers zijn. Studenten
kiezen niet meer zoals vroeger voor een hogeschool, maar veel meer voor een
regio waarin specifieke kennis en expertise aanwezig is. Hoewel leren in
allerlei vormen kan plaatsvinden, wordt de aanwezigheid van een fysieke
leerplaats als cruciale factor beschouwd voor de vertrouwensrelatie tussen
studenten, docenten en bedrijfsleven. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van
blended learning, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen ‘teaching’ (het
vergaren van kennis) wat veel meer online gebeurt (Rubens, 2013) en ‘learning’ (het leren
in de context) waarvoor student en docent elkaar fysiek ontmoeten (Rubens, 2013). In het kader van een leven lang leren speelt de
hogeschool in op datgene waar in de regio behoefte aan ontstaat. Dit kan gaan
over omscholing, het opfrissen van kennis en competenties, het bevorderen van
persoonlijke ontwikkeling om beter te kunnen functioneren in een complexere
samenleving (Damme, 2014). De hogeschool als levensader voor de regionale economie. Regionale
innovatie vindt plaats door het stichten van brede local learning communities,
waarvan reeds in 2015 succesvolle voorbeelden bestonden in landen als Verenigde
staten, Zweden en Denemarken. Hierbij wordt kennis van bedrijven, lokale
organisaties en onderwijs fysiek of via ICT samengebracht en gericht op concrete
doelen- geheel in lijn met de participatiesamenleving (Vrooman, 2014).
Bronnen:
Damme, D. van, (2014). Hoger onderwijs: een systeem met wankele grondvesten. Geraadpleegd op 26 februari via http://www.hbo2025.nl/wp-content/uploads/2014/05/Essay-prof-dr-Dirk-Van-Damme.pdf
Delfmann, H., Koster, S.
J., & Pellenbarg, P. (2011). Belang van het HBO voor de regionale economie.
Kenniscirculatie tussen midden-en kleinbedrijf in de regio.
Rubens, W. (2013). E-learning. Trends en ontwikkelingen.
voor het Regeringsbeleid,
W. R. (2013). Naar een lerende economie: investeren in het verdienvermogen
van Nederland. Amsterdam University Press.
Vrooman, C., (2014). Werken in het HBO, een geruststellende of gemakeerde toekomst
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Scenario 3 plaatsonafhankelijk – student aan het stuur: een persoonlijk leerpad
Door een toenemende globalisering en internationalisering, is er
steeds meer sprake van mondiale samenwerkingsverbanden in het onderwijs
(Schermer, 2012). Er is verregaande samenwerking tussen verschillende
instituten, een student kiest dan ook niet meer voor een instituut waar een
studie wordt gevolgd, maar voor een persoonlijk leerpad. Het belang van fysieke
instituten is door verregaande online communicatie en school networks veel
kleiner geworden (Damme, 2014). Studenten hebben wereldwijd toegang tot
instituten waar zowel fysiek als online een deel van het leerpad kan worden
afgelegd. Lerenden zijn zich bewuster van waarom ze leren, en welke uitdagingen
ze aan willen gaan. Gaandeweg het leerpad specialiseren ze zich tot een uniek
profiel. Er bestaat een verregaande flexibilisering in hoe competenties worden
verworven. Via
een open platform waar mensen elkaar fysiek en virtueel kunnen ontmoeten,
kunnen leerervaringen worden uitgewisseld en teams worden gevormd van mensen
die complementaire leerdoelen en interesse in thema’s hebben. Het leerproces
wordt verder ondersteund doordat studenten hier kunnen zien hoe anderen kennis
verwerven en toepassen (Ouden et al., 2014). De eigen vrijheid van studenten
wordt ermee vergroot.
Bij
een persoonlijk leerpad hoort persoonlijke begeleiding. Om als lerende
succesvol te kunnen zijn, zal in meer of mindere mate gebruik gemaakt kunnen
worden van ondersteuning met betrekking tot het aanleren van metacognitieve
vaardigheden (Martens & Boekaerts, 2009). Een persoonlijke coach kan
hiervoor worden geraadpleegd. Voor allerlei andere vormen van
begeleiding biedt een platform de mogelijkheid om een match tussen de lerenden
en de coaches te maken in samenwerking met verschillende betrokkenen tijdens
het leren: docenten, coaches, professionals, nationaal en internationaal.
Bronnen:
Damme, D. van, (2014). Hoger
onderwijs: een systeem met wankele grondvesten. Geraadpleegd op 26 februari
via http://www.hbo2025.nl/wp-content/uploads/2014/05/Essay-prof-dr-Dirk-Van-Damme.pdf
Martens, R., & Boekaerts, M. (2007). Motiveren van studenten in het hoger onderwijs: theorie en interventies. Groningen: Wolters-Noordhoff.
Schermer, K. (2012). Internationalisering als uitdaging: een handreiking voor opleidingen in het hbo. Springer Science & Business Media.
Scenario 4
plaatsonafhankelijk / docent aan het stuur: digital fysieke leer- en ontmoetingsplaats
De hogeschool als online
community en fysieke ontmoetingsplek versterken elkaar. In een steeds
veranderende samenleving moet de HBO-er met nieuwe, complexe vraagstukken om
kunnen gaan. Daarom is het, naast het opleiden voor een vak met voldoende
kennis en bijbehorende vaardigheden, nodig om studenten een intern, ethisch
kompas te leren ontwikkelen. Daarnaast is er aandacht voor internationale
competenties (HBO2025). Het bijbrengen van een culturele awareness zorgt ervoor
dat lerenden zich staande kunnen houden in een arbeidsmarkt waar grenzen geen
rol meer spelen (Wit, 2011).
Door het enorme aanbod van
lesmateriaal in online omgevingen, is het de taak van het onderwijs de student
hierin wegwijs te maken. De focus ligt door de gigantische informatiestroom die
beschikbaar is niet meer zozeer op het bijbrengen van nieuwe kennis, maar veel
meer op de vaardigheid kennis op de juiste wijze te filteren, waarbij
triangulatie een vereiste is. De lerende leert in een internationale context om
te gaan met alle informatie die beschikbaar is (Nieuwsuur, 2015). Docenten zijn
coaches. Een docent zal geen tijd verspillen aan instructie, maar wel
beschikbaar zijn voor coaching. Dit kan op verschillende locaties plaatsvinden.
Het Brede Leren heeft zijn intrede gedaan: een slimme mix van E-learning, coaching
door vakkrachten en ontmoetings- en ervaringsleren buiten school. (Mulder,
2013)
Bronnen:
Nieuwsuur (2015). Welke kennis en vaardigheden hebben kinderen nodig? Geraadpleegd op 18 februari 2015, via: http://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2018447-welke-kennis-en-vaardigheden-hebben-kinderen-nodig.html
Strategiebijeenkomst #hbo2025 (2014). Geraadpleegd op 24 februari 2015 via http://www.hbo2025.nl/strategiebijeenkomst-hbo2025-26-november-2014/
Wit, J. W. H., de (2011). De wet van de stimulerende achterstand?: Internationalisering van het hbo-onderwijs, misvattingen en uitdagingen. Amsterdam University Press.
Advies aan mijn leerteam:
Ik zou mijn leerteam scenario 4 adviseren. Voor de toekomst lijkt het me het meest voor de hand liggend dat er inderdaad plaatsonafhankelijk onderwijs gaat plaatsvinden. In dit scenario heft het alomtegenwoordig leren een duidelijke plaats gekregen. Echter de rol van de docent is nog steeds sturend/begeleidend. Zoals in scenario 4 al staat: een mix van E learning, coaching, individueel en elkaar ontmoeten. Dat lijkt me een mooie toekomst voor het HBO.
Abonneren op:
Posts (Atom)