Scenario
1 plaatsafhankelijk / student aan het stuur: Een levenlang leercentrum
In
2030 differentieert de hogeschool meer en speelt het in op regionale behoeften.
De focus ligt op wat er regionaal gevraagd wordt, zowel economisch als
maatschappelijk. Daarvoor is vakmanschap nodig en gerichtheid op vaardigheden
zoals communiceren, netwerken onderhouden, samenwerken, initiatief nemen,
probleemoplossend vermogen ontwikkelen en kritisch denken (Voogt, Roblin,
2010). Ook competenties om op een goede manier gebruik te maken van communities
en sociale netwerken zijn nu erg belangrijk (Ouden, Valkenburg & Brok,
2014).
In
het kader van het steeds verder verduurzamen van vastgoed zal sprake zijn van
een multifunctioneel schoolgebouw (Mulder, 2013). Lerenden kiezen hun eigen
leerroute. Er zijn wel uitstroomprofielen, maar de weg ernaartoe is vrijer en
kan per student verschillen. Sommigen willen meer theorie, anderen kiezen
ervoor competenties in de praktijk direct aan te tonen. Hoewel er zeker sprake
is van contactmomenten met medestudenten en coaches, is geen sprake van een
klasgericht systeem. Het onderwijs leidt niet op tot een diploma, het
individuele digitale portfolio van studenten is de toegang tot de arbeidsmarkt.
Door centrale instanties kan het individuele portfolio worden gewaardeerd als
kwalificatie voor een bepaald beroep of functie.
Studenten
leren in wisselende, zelf samengestelde, co-creatieve leerteams. Dit zijn teams
bestaande uit mensen met verschillende achtergronden en leeftijden, waarbij
iedereen een bijdrage kan leveren vanuit eigen kracht (Ouden et al., 2014). Ook
professionals uit het beroepenveld stromen hierbij makkelijk in en uit. Doordat
een levenlang leren nu voor iedereen geldt, is het hoger onderwijs nu voor
iedereen op elk moment toegankelijk (Rijksoverheid, 2014)
Bronnen:
Adviescommissie 'Flexibel hoger onderwijs voor werkenden' (2014). Flexibel hoger onderwijs voor volwassenen. Geraadpleegd op 24 februari 2015 via http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2014/03/12/flexibel-hoger-onderwijs-voor-volwassenen.html.
Mulder, K., (2013). De school van de toekomst is geen school. Geraadpleegd op 25 februari 2015 van http://www.bouwstenenvoorsociaal.nl/fileswijkplaats/20130123%20Wereldwijs,%20Klaas%20Mulder.pdf
Ouden, E. den, Valkenburg, R., & Brok, P.
den. (2014). Leren in Eindhoven 2030:
Visie en roadmap voor de toekomst van educatie. Eindhoven: LightHouse. Retrieved
from: http://www.ili-lighthouse.nl/Images/LerenEindhoven2030GewenstScenarioLR.pdf
Voogt, J., & Roblin, N. P. (2010). 21st century skills. Discussienota. Zoetermeer: The Netherlands: Kennisnet.
Scenario 2: plaatsafhankelijk / docent
aan het stuur: een regionaal kenniscentrum
Het HBO is de belangrijkste verbinding
naar de lerende economie (WRR, 2014). Naast het vergaren van nieuwe kennis is
kenniscirculatie (het beter gebruiken van bestaande kennis) daarin erg
belangrijk. Al tientallen jaren weten we dat HBO’s, meer dan universiteiten,
geschikt zijn voor regionale kenniscirculatie (Delfmann et al., 2011). Er is in
2030 dan ook geen sprake meer van een op zichzelf staande hogeschool. Het
onderwijs vindt plaats in een groot regionaal landschap van kennis en
toepassing. De hogeschool is hier onderdeel van, maar daarnaast zijn er
bedrijven, laboratoria, trainingscentra. Het kan heel divers zijn. Studenten
kiezen niet meer zoals vroeger voor een hogeschool, maar veel meer voor een
regio waarin specifieke kennis en expertise aanwezig is. Hoewel leren in
allerlei vormen kan plaatsvinden, wordt de aanwezigheid van een fysieke
leerplaats als cruciale factor beschouwd voor de vertrouwensrelatie tussen
studenten, docenten en bedrijfsleven. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van
blended learning, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen ‘teaching’ (het
vergaren van kennis) wat veel meer online gebeurt (Rubens, 2013) en ‘learning’ (het leren
in de context) waarvoor student en docent elkaar fysiek ontmoeten (Rubens, 2013). In het kader van een leven lang leren speelt de
hogeschool in op datgene waar in de regio behoefte aan ontstaat. Dit kan gaan
over omscholing, het opfrissen van kennis en competenties, het bevorderen van
persoonlijke ontwikkeling om beter te kunnen functioneren in een complexere
samenleving (Damme, 2014). De hogeschool als levensader voor de regionale economie. Regionale
innovatie vindt plaats door het stichten van brede local learning communities,
waarvan reeds in 2015 succesvolle voorbeelden bestonden in landen als Verenigde
staten, Zweden en Denemarken. Hierbij wordt kennis van bedrijven, lokale
organisaties en onderwijs fysiek of via ICT samengebracht en gericht op concrete
doelen- geheel in lijn met de participatiesamenleving (Vrooman, 2014).
Bronnen:
Damme, D. van, (2014). Hoger onderwijs: een systeem met wankele grondvesten. Geraadpleegd op 26 februari via http://www.hbo2025.nl/wp-content/uploads/2014/05/Essay-prof-dr-Dirk-Van-Damme.pdf
Delfmann, H., Koster, S.
J., & Pellenbarg, P. (2011). Belang van het HBO voor de regionale economie.
Kenniscirculatie tussen midden-en kleinbedrijf in de regio.
Rubens, W. (2013). E-learning. Trends en ontwikkelingen.
voor het Regeringsbeleid,
W. R. (2013). Naar een lerende economie: investeren in het verdienvermogen
van Nederland. Amsterdam University Press.
Vrooman, C., (2014). Werken in het HBO, een geruststellende of gemakeerde toekomst
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Scenario 3 plaatsonafhankelijk – student aan het stuur: een persoonlijk leerpad
Door een toenemende globalisering en internationalisering, is er
steeds meer sprake van mondiale samenwerkingsverbanden in het onderwijs
(Schermer, 2012). Er is verregaande samenwerking tussen verschillende
instituten, een student kiest dan ook niet meer voor een instituut waar een
studie wordt gevolgd, maar voor een persoonlijk leerpad. Het belang van fysieke
instituten is door verregaande online communicatie en school networks veel
kleiner geworden (Damme, 2014). Studenten hebben wereldwijd toegang tot
instituten waar zowel fysiek als online een deel van het leerpad kan worden
afgelegd. Lerenden zijn zich bewuster van waarom ze leren, en welke uitdagingen
ze aan willen gaan. Gaandeweg het leerpad specialiseren ze zich tot een uniek
profiel. Er bestaat een verregaande flexibilisering in hoe competenties worden
verworven. Via
een open platform waar mensen elkaar fysiek en virtueel kunnen ontmoeten,
kunnen leerervaringen worden uitgewisseld en teams worden gevormd van mensen
die complementaire leerdoelen en interesse in thema’s hebben. Het leerproces
wordt verder ondersteund doordat studenten hier kunnen zien hoe anderen kennis
verwerven en toepassen (Ouden et al., 2014). De eigen vrijheid van studenten
wordt ermee vergroot.
Bij
een persoonlijk leerpad hoort persoonlijke begeleiding. Om als lerende
succesvol te kunnen zijn, zal in meer of mindere mate gebruik gemaakt kunnen
worden van ondersteuning met betrekking tot het aanleren van metacognitieve
vaardigheden (Martens & Boekaerts, 2009). Een persoonlijke coach kan
hiervoor worden geraadpleegd. Voor allerlei andere vormen van
begeleiding biedt een platform de mogelijkheid om een match tussen de lerenden
en de coaches te maken in samenwerking met verschillende betrokkenen tijdens
het leren: docenten, coaches, professionals, nationaal en internationaal.
Bronnen:
Damme, D. van, (2014). Hoger
onderwijs: een systeem met wankele grondvesten. Geraadpleegd op 26 februari
via http://www.hbo2025.nl/wp-content/uploads/2014/05/Essay-prof-dr-Dirk-Van-Damme.pdf
Martens, R., & Boekaerts, M. (2007). Motiveren van studenten in het hoger onderwijs: theorie en interventies. Groningen: Wolters-Noordhoff.
Schermer, K. (2012). Internationalisering als uitdaging: een handreiking voor opleidingen in het hbo. Springer Science & Business Media.
Scenario 4
plaatsonafhankelijk / docent aan het stuur: digital fysieke leer- en ontmoetingsplaats
De hogeschool als online
community en fysieke ontmoetingsplek versterken elkaar. In een steeds
veranderende samenleving moet de HBO-er met nieuwe, complexe vraagstukken om
kunnen gaan. Daarom is het, naast het opleiden voor een vak met voldoende
kennis en bijbehorende vaardigheden, nodig om studenten een intern, ethisch
kompas te leren ontwikkelen. Daarnaast is er aandacht voor internationale
competenties (HBO2025). Het bijbrengen van een culturele awareness zorgt ervoor
dat lerenden zich staande kunnen houden in een arbeidsmarkt waar grenzen geen
rol meer spelen (Wit, 2011).
Door het enorme aanbod van
lesmateriaal in online omgevingen, is het de taak van het onderwijs de student
hierin wegwijs te maken. De focus ligt door de gigantische informatiestroom die
beschikbaar is niet meer zozeer op het bijbrengen van nieuwe kennis, maar veel
meer op de vaardigheid kennis op de juiste wijze te filteren, waarbij
triangulatie een vereiste is. De lerende leert in een internationale context om
te gaan met alle informatie die beschikbaar is (Nieuwsuur, 2015). Docenten zijn
coaches. Een docent zal geen tijd verspillen aan instructie, maar wel
beschikbaar zijn voor coaching. Dit kan op verschillende locaties plaatsvinden.
Het Brede Leren heeft zijn intrede gedaan: een slimme mix van E-learning, coaching
door vakkrachten en ontmoetings- en ervaringsleren buiten school. (Mulder,
2013)
Bronnen:
Nieuwsuur (2015). Welke kennis en vaardigheden hebben kinderen nodig? Geraadpleegd op 18 februari 2015, via: http://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2018447-welke-kennis-en-vaardigheden-hebben-kinderen-nodig.html
Strategiebijeenkomst #hbo2025 (2014). Geraadpleegd op 24 februari 2015 via http://www.hbo2025.nl/strategiebijeenkomst-hbo2025-26-november-2014/
Wit, J. W. H., de (2011). De wet van de stimulerende achterstand?: Internationalisering van het hbo-onderwijs, misvattingen en uitdagingen. Amsterdam University Press.
Advies aan mijn leerteam:
Ik zou mijn leerteam scenario 4 adviseren. Voor de toekomst lijkt het me het meest voor de hand liggend dat er inderdaad plaatsonafhankelijk onderwijs gaat plaatsvinden. In dit scenario heft het alomtegenwoordig leren een duidelijke plaats gekregen. Echter de rol van de docent is nog steeds sturend/begeleidend. Zoals in scenario 4 al staat: een mix van E learning, coaching, individueel en elkaar ontmoeten. Dat lijkt me een mooie toekomst voor het HBO.
Dag Gertie, Je hebt mij feedback gevraagd op je scenario-beschrijvingen. Ik kan zien dat je je verdiept hebt in de literatuur en die ingezet hebt bij je beschrijvingen. Ze zijn consistent en realistisch. Ook de illustratie vooraf maakt het geheel consistent. Je beschrijft 4 mooie beelden van het HBO in 2030. Bij het geven van feedback hoort feed-forward, maar ik kan eigenlijk maar 1 heel klein dingetje meegeven. Bij scenario 4 haal je Mulder, 2013 aan, maar die staat niet bij de bijbehorende literatuur. Verder wat mij betreft 12 punten!
BeantwoordenVerwijderen